top of page

Deel 1 - De beweeglijke bodem onder Schore

We kunnen er niet aan voorbij om iets over de bodem waarop Schore is ontstaan te schrijven. Veel Schorenaren hebben aan de lijve ervaren wat het betekent als de bodem in beweging komt. In de jaren 70 van de vorige eeuw werd de bouw van OBS de Tunnel mogelijk omdat er in de voormalige school aan het Kerkplein scheuren waren ontstaan als gevolg van de bouw van de Vlaketunnel onder het Kanaal door Zuid-Beveland. Vele woningen in het dorp dragen nu nog de littekens door de verzakkingen als gevolg van de grondwaterbemaling van de bouwput tijdens de bouw van de tunnel-segmenten. Meer recent (2010/2011) waren de herstelwerkzaamheden aan de opritten van de Vlaketunnel. De bewoners van het dorp waren zeer ongerust voor scheuren in hun huizen. Deze jongste geschiedenis toont aan dat de bodem onder Schore van groot belang is voor de leefbaarheid van het dorp.

Afbeelding 1 aanleg Vlaketunnel 1972.

afb.1.-aanvang-bouw-tunnel.jpg

De samenstelling van de bodem is al vanaf de eerste bewoning bepalend geweest voor de leefbaarheid. Tijdens de vorming van het land waren er perioden dat de kust langs de Noordzee vrijwel gesloten was. In de inham tussen Vlaanderen en Brabant, waar nu zeeland ligt, ontstond ten gevolge daarvan een verhoogde grondwaterstand. Hierop ontwikkelde zich moerassen die het gehele kustgebied en dus ook Zeeland bedekte. De laatste periode van moerasvorming eindigde kort voor het begin van onze jaartelling.

 Afbeelding 2 Zeeland 100 en 800 na Christus.

100 na Christus: Zeeland geheel bedekt met veen (bruin).

800 na Chrirstus: Veen afgedekt met slib, donkergroen is schor, lichtgroen is slik, blauw is water.

afb.2.-Zeeland100-na-Chr.jpg

Daarna brak de kust weer open en kwam het gevormde veenmoeras in aanraking met het zoute zeewater. Vanaf de kust en langs de Schelde oevers (nu Oosterschelde) overstroomde het zogenoemde ‘Hollandveen’. Dit werd bevorderd door verbeterde natuurlijke drainage en de door de eerste bewoners gegraven sloten in veen. Het zoute water van de zee drong het steeds lager liggende veencomplex verder binnen en zette hierop slib af in de vorm van zand en klei. Dat verdrinkingsproces begon langs de Noordzeekust omstreeks 200 voor onze jaartelling en was omstreeks het jaar 500 tot aan Waarde gevorderd. Ergens tussen 400 en 500 zal het veen in de bodem onder Schore zijn overstroomd en werden daarop zand en klei afgezet. We mogen aannemen dat het proces van verdrinken van het veencomplex rond het jaar 800 de oostelijke grens van Zeeland had bereikt.

 

Het afzetten van slib op het veencomplex ging gestaag door. Het gevolg hiervan was dat het veen onder het gewicht van het sediment steeds verder inklonk. Na verloop van tijd groeide het slik zo hoog op dat zich hierop schorren (begroeid gebied onder invloed van het zeewater) gingen vormen. Deze groeiden aan tot het niveau van het extreme hoogwater. De getijdegeulen, die zich eerder in deze schorren hadden gevormd slibden dicht, waardoor de invloed van de zee op het land afnam. Het huidige Land van Saaftinge is een goed voorbeeld van hoe Zeeland er in die tijd uit moet hebben gezien. 

 

Omstreeks de 8e eeuw werd het land van west Zuid-Beveland, waarop later schore zou ontstaan, geschikt om te worden begraasd door schaapskudden. Mensen verbleven er eerst tijdens het zomerseizoen maar al snel vestigden zij zich definitief op de hoger gelegen plaatsen. Zuid-Beveland werd met zijn rijke kleigronden en visrijke wateren een zeer gewild gebied voor machthebbers, rijke edelen en abdijen.

 

Wordt vervolgd...

De volgende keer gaan we verder met: 'De strijd om het land is begonnen'. Over de eerste heren en hun macht, de boeren en hun land, de kloosters en hun bezit, het weghalen van het veen uit de bodem van Schore en het drooghouden van het steeds dieper wegzakkend land.

bottom of page