top of page

Deel 7 - De bewoners van Schore

De bewoners van Schore

Tot de opheffing van de gemeente Schore op 1 januari 1941 behoorde daar ook het buurschap Vlake onder. De gemeente Schore-Vlake heeft nooit het aantal inwoners van 1000 bereikt. In het begin van de 19e eeuw telde de gemeente niet meer dan enkele honderden inwoners en pas in de 2e helft van de 19e eeuw bereikte het een aantal van 500 inwoners. Daarna waren er enkele belangrijke verbeteringen waardoor het aantal bewoners toenam. In de eerste plaats de aanleg van het kana

Afbeelding: Schore 1884

 

al door Zuid-Beveland, dat dwars door de gemeente werd gegraven in de jaren 60 van de 19e eeuw. Daarmee kwam er een scheiding tussen Schore en Vlake. Verder kwam in 1867 de Zeeuwse spoorlijn tot stand welke eveneens de gemeente doorkruiste. Na het gereedkomen van het kanaal en de spoorlijn liep het aantal bewoners van Schore weer terug om dan later weer toe te nemen.

Afbeelding 1 Schore 1884

deel 7 1.jpg

In Schore liep het totale bevolkingsaantal tussen 1920 en 1941 terug van 978 naar 806 inwoners. Hiervan gingen er bij de opheffing van de gemeente in 1941 in totaal 567 bewoners naar Kapelle en 239 naar Kruiningen (Vlake en Schorebrug). In 1994 telde Schore, zonder Vlake, nog  532 inwoners en in 2014 nog maar 502 inwoners. Wat was de reden van de toe- en afname van de bevolking van Schore? Hieronder zetten we dit aan de hand van gegevens van de Bevelanden uiteen.

Verklaring verloop bevolkingsaantallen

Er is een toename van de bevolking in Schore tussen 1810 en 1851 van ruim 50%. In dezelfde periode is dit op de gehele Bevelanden ca. 40%. Er is een duidelijke stijging van het aantal inwoners van Schore tussen 1851 en 1880 met bijna 80%. Hier meten we waarschijnlijk de invloed van het aanleggen van infrastructurele werken, kanaal en spoorlijn, in de gemeente Schore in die periode.

 

Vanaf 1920 liep het bewoners aantal in de gemeente Schore-Vlake terug met 12% tot 1941 en met ca. 45% tot 2014. Op de Bevelanden is er in de periode 1920 tot 1948 een toename van de bevolking van ca. 18%. De mechanisering in de landbouw zal zeker van invloed zijn geweest op het vertrek in die periode van de arbeiders van Schore die vrijwel volledig op de landbouw waren gericht. Nijverheid en dienstverlenende sectoren hebben zich in Schore nooit gevestigd. Het kanaal noch de spoorweg hebben de arbeidsmarkt van Schore gestimuleerd zodat de bedrijvigheid aan Schore voorbij is gegaan. Dat vinden we terug in het dalend aantal inwoners van Schore

Afbeelding 2 bevolking Schore ca. 1915

deel 7 2.jpg

Gemeente Schore-Vlake

In 1747 hadden Schore en Vlake 52 huizen. In 1828 waren er 353 inwoners. In 1994 telde het dorp Schore (zonder Vlake en de oost zijde van kanaal) 532 inwoners.

In 1838 werd de heer Zuidweg tot burgemeester van Schore en Vlake benoemd met toen ca. 400 inwoners. In 1851 werd de gemeentewet van kracht waarna de inwoners de gemeenteraad mochten kiezen. Toen had de gemeente Schore 459 inwoners. Op 31 december 1866 was het aantal inwoners totaal 660 waarbij het aantal vertrekkende gelijk met het aantal inkomende bewoners was. Op 31 december 1868 was het aantal bewoners 595 waarbij het aantal vertrekkende 105 was tegen 39 inkomende. In 1869 waren de aantallen respectievelijk 627 inwoners waaronder 95 inkomende en 74 vertrekkende. Bleef het inwoneraantal van de gemeente in 1843 steken bij ca. 400, in 1880 was dit toegenomen tot ca. 820.

 

Ook in het jaar 1880 laat het inwoneraantal van Schore nog een stijging zien, doch kort daarop laat ook hierin de crisis in de landbouw zich aftekenen. Het aantal vertrekkende bewoners overstijgt de aantal vestigingen. Vooral in de jaren tussen 1885 en 1889 en ook 1893 is het vertrekoverschot aanzienlijk. In 1894 was het bevolkingsaantal gelijk aan dat uit 1878. Tussen 1886 en 1890 was het vertrekoverschot 141. In de periode van 1881 tot 1940 was in de jaren 1906 en 1915 een vestigingsoverschot van 41 personen, terwijl over de totale periode een vertrekoverschot van totaal 799 inwoners was. Het geboorte-overschot in dezelfde periode van 1881 tot 1940 was 833. Daarvan stierven voor het eerste geboorte jaar 136 kinderen.

bottom of page